Wat maakt uitkomstgerichte zorg tot een succes?

Landelijke samenwerking bundelt bewijs uit literatuur tot praktische handleiding.

Eind 2020 zijn vier onderzoeksgroepen uit Nederland gestart met het uitvoeren van vier verschillende literatuurstudies naar de werking en toegevoegde waarde van uitkomstgerichte zorg. Dit ambitieuze literatuuronderzoek komt voort uit de kennisagenda voor het landelijke Programma Uitkomstgerichte Zorg van VWS en de partners van het hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg.

Een van de doelen in dit programma is om voor 50% van de ziektelast vast te stellen welke uitkomsten belangrijk zijn voor zowel patiënt als zorgprofessional. Het wordt namelijk steeds normaler dat zorgprofessional en patiënt samen beslissen over de best passende behandeling. Deze ‘nieuwe’ manier van werken roept vele vragen op: Maar welke factoren spelen dan een rol? Welke informatie is nodig om een beslissing te kunnen ondersteunen? En wat voor invloed heeft dit op de kosten van de zorg?

Zowel nationaal als internationaal wordt al flink ervaring opgedaan met de implementatie van uitkomstgerichte zorg. Door deze kennis te ontsluiten, kan iedereen goed onderbouwd aan de slag gaan met uitkomstgerichte zorg binnen de eigen organisatie. Deze informatie is nu nog lastig te vinden en daarom wil het projectteam van Amsterdam UMC, Radboud MC, Erasmus MC en de Erasmus School of Health Policy & Management (ESPHM) de zoekstrategie die gebruikt wordt publiek beschikbaar maken. Naast een overzicht van alle literatuur, zullen de bevindingen gebundeld worden tot een praktische handleiding met goede voorbeelden van wat wél werkt binnen uitkomstgerichte zorg en waarom.

De vier literatuurstudies richten zich op: de toepassing van Patient Reported Outcome Measures, oftewel patiënt gerapporteerde uitkomsten (PROMS) in de dagelijkse zorg, het proces van leren en verbeteren op groepsniveau (bijv. afdeling), de kosten, en de organisatie van geïntegreerde zorg.

PROMS in de dagelijkse zorg

In deze literatuurstudie, die geleid wordt door Prof. Philip van der Wees van IQ Healthcare, speelt de vraag welke mechanismen bijdragen aan effectief gebruik van PROMS in de dagelijkse zorg door zorgverlener en patiënt.

Als basis voor deze literatuurstudie wordt een recente Cochrane review genomen. “Wij zijn de artikelen uit deze Cochrane review opnieuw aan het bekijken. Waar de Cochrane review kijkt naar het directe effect voor de patiënt, kijken wij naar de manier waarop dat effect wordt bereikt. Dus hoe bereik je het meeste met PROMS in de dagelijkse zorg. De bevindingen kunnen inzicht geven in hoe in de toekomst het gesprek met de patiënt in de dagelijkse zorg verbeterd kan worden,” aldus Prof. Philip van der Wees.

Leren en verbeteren

De samenwerkende onderzoeksgroepen uit Amsterdam UMC en Erasmus MC onder leiding van Prof. Martine de Bruijne zoeken uit wat op geaggregeerd niveau binnen een organisatie de effecten en mechanismen van kwaliteitsverbetering zijn als gevolg van het gebruik van PROMs of andere uitkomstinformatie. Maarten Dorr en Kira van Hof, beiden uitvoerend onderzoekers van Erasmus MC vertellen dat ze voor deze literatuurstudie al meer dan 2000 artikelen bekeken hebben. “We zien dat er wereldwijd al heel veel onderzoek is gedaan naar de kwaliteitsverbetering van zorg op basis van PROMs en andere uitkomsten. Echter wordt dit niet altijd met maat en getal aangegeven, daarom onderzoeken we nu ook kwalitatieve studies,” aldus Maarten en Kira.

Kosten

Uiteraard zijn bij elke kwaliteitsverbetering, of deze nu direct in de dagelijkse zorg of op  geaggregeerd niveau gedaan wordt, kosten erg belangrijk om in kaart te brengen. De onderzoeksgroep van ESHPM die geleid wordt door Prof. Kees Ahaus onderzoekt welke methoden gebruikt worden om de kosten te berekenen en wat voor impact deze berekeningen kunnen hebben op de geleverde zorg en zorgverleners. Onder andere de time-driven activity-based costing methode, gepropageerd door Michael Porter, wordt onder de loep genomen. Uitvoerend onderzoeker Maura Leusder vertelt: “Het kan professionals helpen om bepaalde behandelkeuzes te maken en om beter samen te werken wanneer kosten inzichtelijk zijn, deze literatuurstudie kan daar een eerste aanzet toe geven”.

Geïntegreerde zorg

Als laatste is de onderzoeksgroep van dr. Hester Lingsma uit het Erasmus MC op zoek naar goede voorbeelden van Value Based Integrated Care: hoe wordt er over de muren van een organisatie heen samengewerkt op het gebied van waarde gedreven geïntegreerde zorg? In de literatuur wordt gezocht naar antwoorden op de vraag hoe waarde gedreven geïntegreerde zorg geïmplementeerd is, wat voor belemmerende en bevorderende factoren een rol spelen bij deze implementatie en uiteraard ook wat de effecten zijn.

Systematisch onderzoeken en transparant delen

Om alle onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden wordt er op dit moment door de onderzoeksgroepen hard gewerkt aan de juiste zoekstrategie en screening van geschikte artikelen. De studies worden allemaal volgens de principes voor systematische reviews op gestructureerde wijze uitgevoerd. Hiertoe worden meerdere elektronische databases geraadpleegd en de geschikte artikelen worden beoordeeld op methodologische kwaliteit. Hierdoor wordt de kwaliteit van het gehele onderzoek gewaarborgd en kunnen de resultaten op transparante en reproduceerbare wijze gepubliceerd worden in een internationaal peer reviewed tijdschrift. De eerste resultaten van de vier literatuurstudies voor de praktijk worden in juni 2021 verwacht. Daarna zal het overzicht steeds geactualiseerd worden en breed beschikbaar zijn voor iedereen in de zorg die met uitkomstgerichte zorg aan de slag wil. In de tussenliggende periode zullen geregeld praktische bevindingen en mooie voorbeelden van uitkomstgerichte zorg met de praktijk gedeeld worden via het Kennisplatform Uitkomstgerichte Zorg dat binnenkort gelanceerd wordt. “Daarnaast verbinden we deze literatuurstudie met vijf andere lopende literatuurstudies naar andere aspecten van uitkomstgerichte zorg in Nederland. Zo ontstaat er een mooi netwerk en optimale kennisdeling en afstemming tussen onderzoekers werkzaam op dit thema”, aldus onderzoekcoördinatoren Martine de Bruijne en Judith Jelsma van het Amsterdam UMC.

Unieke landelijke samenwerking

Door de goede samenwerking van de vier onderzoeksgroepen uit Amsterdam, Rotterdam en Nijmegen, die allen veel ervaring hebben met literatuuronderzoek, kunnen al zo snel resultaten geboekt worden en ontstaat er een breed landelijk draagvlak. In maandelijkse online bijeenkomsten met alle betrokken wordt richting gegeven aan het onderzoek en onderling kennis uitgewisseld om zo nog meer vaart te kunnen maken. En dat is goed nieuws voor iedereen in Nederland die snel en goed onderbouwd aan de slag wil gaan met uitkomstgerichte zorg binnen de eigen organisatie. De komende tijd kan men in ieder geval deze website in de gaten houden, want de onderzoeksgroep zal hier regelmatig de tot dan toe bekende resultaten delen.